Mark Knopfler

Mark Freuder Knopfler (Glasgow, 12 augustus 1949) is een Brits zanger en gitarist. Hij werd vooral bekend als frontman van de Britse band Dire Straits.  
Op 12 Juni 1983 speelde deze band in de IJsselhallen in Zwolle, en ik was daarbij. Als drummer speelde ik in die tijd de drum-partijen na van Love over Gold, en pas later ging ik het gitaarspel en ook de verhalen van Mark waarderen. Fascinerend dat ik naar deze band nu nog steeds met plezier luister. Op 19 oktober 2011 was hij weer in ons land, nu speelde hij samen met Bob Dylan in Ahoy Rotterdam. Muzikaal heb ik die avond het meest van Mark genoten.
Veel van zijn liederen zijn geschreven in de stijl van het verslag van een journalist. Dat is begrijpelijk want in zijn jonge jaren werkte Mark als verslaggever voor de Yorkshire Evening Post in Leeds. 
Bij het luisteren naar Industrial Desease op Love over Gold viel het me op dat hij Jezus in zijn verhaal noemde. Of eigenlijk waren het twee verwarde figuren die zichzelf zo noemden. Er is een tweede lied waarin Jezus echt in voor komt, op een verassend positieve manier: Baloney again.

Baloney again
We don't eat in no white restaurants
We're eating in a car
Baloney again, baloney again
We don't sleep in no white hotel bed
We're sleeping in a car, baloney again
You don't strut around in these country towns
You best stay in the car
Look on ahead don't stare around
You best stay where you are
You're a long way from home, boy
Don't push your luck too far
Baloney again

Het nummer gaat over een zwarte gospelgroep die in de jaren ’50 door de Verenigde Staten toerde, in de tijd dat rassen scheiding nog steeds een harde realiteit was. Ze hadden geen geld om in restaurants voor blanken te eten, zij aten in de auto. Ook sliepen ze niet in hotels, ze sliepen in de auto. Ze liepen ook niet veilig rond in steden waar ze kwamen, ze bleven in de auto. En ze aten broodjes “Baloney". Dat is het goedkoopste soort broodbeleg dat er is. Het is een soort boterhamworst met veel vet en weinig vlees. Steeds elke dag aten ze hetzelfde: ‘Baloney again, baloney again’

Twenty-two years we've sung the word
Since nineteen thirty-one
Amen, I say amen
Now the young folk want to praise the Lord
With guitar, bass and drums, amen
Well I'll never get tired of Jesus
But it's been a heavy load
Carrying His precious love
Down a long dirt road
We're a long way from home
Just let's pay the man and go
Baloney again

Trouw hebben ze nu al 22 jaar lang gezongen, sinds 1931, op hun manier. Ze zien dat er een jonge generatie aan komt die een andere geloofsbeleving hebben, zij willen gitaar, bas en drums gebruiken. Zij gaan door op hun manier want zij worden nooit moe van Jezus. Al valt het hun wel zwaar, zo lang van huis en dan deze belangrijke boodschap van de liefde rond te dragen. Ze betalen hun broodje en reizen verder.

The Lord is my sheperd
He leadeth me in pastures green
He gave us this day
Our daily bread and gasoline
Go under the willow
Park her up beside the stream
Shoulders for pillows
Lay down your head and dream
Shoulders for pillows
Lay down your head and dream

Ondanks dat alle omstandigheden tegen zitten, houden ze hoop, en zingen ze in de bus liederen citerend uit de Bijbel. Ze parkeren hun auto, leunen op elkaar, hun kussen is de schouder van de ander. Ze leggen hun hoofd neer en dromen….

In een interview vertelde Mark uit dat de inspiratie voor dit lied komt uit het lezen van de teksten op de LP hoes van een oude gospelgroep.


Bronvermeldingen:
Youtube
Baloney again, is van het album 'Sailing to Philadelphia' uit 2000.
Het eerst genoemde nummer waar Jezus in voorkomt is ‘Industrial Disease’, zie songtekst.
Verdere info gehaald van songfacts en startpagina .

Van het concert waar ik bij was in 1983 is een verslag op Weblog Zwolle.
Van het concert met Bob Dylan in Rotterdam staat een vermelding op Nu.nl.

 

 

 

 


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.